Mijn Houtsnij Avontuur Van Rare Vogel Naar Houtworm Bijna

Oké, toegegeven, de titel is misschien een beetje overdreven. Maar na ruim 25 jaar keiharde stenen te hebben getrotseerd om daar menselijke emoties uit te peuteren, ben ik nu op een heel ander avontuur beland: hout. Ja, je leest het goed. Hout.

Het begon eigenlijk tijdens mijn zwerftochten door het bos met Evros, onze onstuimige KNGF-pup. Tussen het apporteren en de pogingen van Evros om elk interessant ruikend grassprietje te onderzoeken, viel mijn oog steeds vaker op die rare takken en vreemd gevormde stukken hout. Je kent ze wel: met rare knoesten die lijken op verwrongen gezichten en patronen in de nerven die al ergens op lijken. Ze zijn eigenlijk al kleine kunstwerkjes van Moeder Natuur zelf. Ik hoef er alleen nog maar een klein beetje van mijn eigen draai aan te geven.

Het voelt gek genoeg een beetje hetzelfde als met beeldhouwen in steen. Alleen dan anders. Waar ik bij een steen de structuur volgde, de hardere en zachtere plekken leerde kennen (dat was helemaal een ding bij onyx!), zo voel ik nu de richting van de houtnerf onder mijn mes, en de weerstand van een knoest. Het is een heel tactiele ervaring. Het fijne gevoel van het mes dat met de nerf mee glijdt en het hout steeds gladder maakt… heerlijk!

Ik voel me een beetje Pippi Langkous in dit nieuwe avontuur. Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan! Het grappige is dat er nu geen melancholische menselijke figuren ontstaan, zoals ik gewend was uit de steen. Nee, het lijken wel kleine dierenvriendjes te worden die uit het hout kruipen. Daar moet ik nog een beetje aan wennen, want ze zijn niet per se van het knuffelige type. Ze hebben meer een… eigenzinnige uitstraling. Net als in steen werk ik aan meerdere dieren door elkaar, tegelijkertijd. Heerlijk.

Mijn start was bescheiden: een simpel zakmes. Snijden maar! Maar al snel merkte ik dat als ik een beetje verder wilde komen dan een gekartelde stok, ik toch echt wat serieuzer materiaal nodig had. Dus daar ging mijn spaargeld: naar mega scherpe beitels, gutsen en snijmesjes. Levensgevaarlijk zo scherp., dus ik moet mijn koppie erbij houden om pleisters te voorkomen. Net als bij het werken met steen, begin ik intuïtief. Ik pak een stuk hout, voel eraan, bekijk de vorm en begin gewoon de lelijke stukken eraf te snijden. En wat blijkt? Ook hier ontstaat gewoon iets. Het is bijna magisch. Ik moet alleen mijn perfectionistische neigingen een beetje in toom houden. Ik voel me nog echt een beginner, maar mijn hoofd wil het liefst dat elk stukje hout eruitziet alsof het door een volleerd houtsnijder is gemaakt.

Laatst was ik in De Groene Ruiter in Bussum, bij ons ‘alles kan’ café, waar ze toevallig ook een houtwerkplaats hebben. Ze probeerden me nog enthousiast bij de lepelsnijclub te krijgen. Nou nee, dat is niet echt mijn ding, haha. Volgens mij is dat echt zo’n hype, iedereen die opeens lepels zit te snijden. Ik hou het lekker bij de natuur, ik zie wel welke inspiratie er uit het hout zelf komt.

Ondertussen is mijn atelier ontploft. Een ware explosie van houtsnippers! Evros, die kleine deugniet, probeert constant mijn bewerkte stokken te jatten. En als dat niet lukt, dan is hij wel op jacht naar de meest interessante houtsnippers op de vloer. Maar hé, het ruikt wel heerlijk naar hars!

Tijdens het werken met het hout kom ik in een soort meditatieve toestand. Het is alsof de geur van het hout, het gevoel van het snijden, alle andere gedachten even wegvaagt. En gek genoeg, juist door zo in mezelf gekeerd te zijn, voel ik des te sterker wat echt belangrijk is: tijd nemen voor de mensen om me heen, echt in verbinding zijn. Het is een wonderlijke paradox. Mijn houtsnij-avontuur is nog maar net begonnen, en ik kan niet wachten om te ontdekken welke figuren er nog meer uit die knoestige stukken hout zullen ontstaan. Wordt vervolgd!